Het feit dat ik gisteren geen tijd heb besteed aan een blog had niets te maken met de gezelligheid van het hotel maar alles met het feit dat de tocht voor vandaag mij niet zinde. Niet alleen de afstand zinde mij niet. Ook bleek het soort tocht niet aantrekkelijk. Hierover straks meer.

Het gegeven dat op verschillende sites wordt aangeraden om dit gedeelte vooral over te slaan, maakte niet dat ik mijn enthousiasme direct werd aangewakkerd. De tocht globaal hield in: 40 kilometer dalen. En zorgen dat je in een andere bergkam terecht kwam. De crux zit ‘m in het tweede. Hiervoor bestaan grofweg twee wegen. De eerste optie is lopen langs de snelweg. 20 km Italiaanse gekken en geen vluchtstrook. Hopend dat ze je allemaal keurig op tijd uitwijken. Verre van ideaal.De tweede optie is om over een bergrug heen te gaan. Met meer dan 20 kilometer in de benen opeens weer moeten stijgen (dan dus niet alles dalen). Gegeven de ervaringen van de afgelopen dagen maak je absoluut niet hetzelfde aantal kilometers hier in de bergen. En dan is ook altijd de vraag of het in Italië net zo goed geregeld is als in Zwitserland. Ook verre van optimaal. En of de kaart van Italië wel goed genoeg is (dat blijkt helaas bij ieder nieuw land pas na het overgaan van de grens).

Na nogmaals een avond puzzelen bleef ik bij mijn oude route, optie 2. Dit zou inhouden 10 kilometer langs de bergpas naar beneden. Dan 10 kilometer geleidelijk dalen door een dal. Dan 10 kilometer stijgen over de bergrug heen. Om vervolgens weer 10 kilometer te dalen richting Aosta.

De wekker ging om 05.40 uur. Helaas te vroeg om te ontbijten maar zodra het begon te schemeren was ik buiten. Het eerste gedeelte ging over de weg, dus was prima te doen zo. Het tweede gedeelte bleek zowaar een prachtig wandelgebied. Ik kreeg bijna het idee dat ik het allemaal te somber had ingezien.

Iets na 11.00 uur ’s ochtends begon ik aan het derde gedeelte. Al gauw bleek dat OpenStreetMaps Italië (de kaart op mijn GPS) nog wel wat verbeteringen kon gebruiken. Op een gegeven moment loop je meerdere malen rond hetzelfde punt en weet je, hier is geen pad. Dat je na bestudering dan tot de conclusie komt dat je echt recht over de hoogtelijnen de berg op wordt gestuurd, daar houd je eigenlijk geen rekening mee. Het was ondertussen rond 15.30 uur en ik had mezelf tot ongeveer 16.30 gegeven voor ik weer richting bewoonde wereld zou gaan.

Een bordje rond de top met een pijl omhoog deed mij vermoeden dat dit in ieder geval de plek moest zijn waar de rug beslecht moest worden. Aan de andere zijde van de rug was het eigenlijk hetzelfde verhaal. Zie maar waar je loopt en waar je uitkomt. En probeer dan beneden je pad te vervolgen.

Na wat heen en weer geloop zag ik op een gegeven moment iets dat op een pad leek. Ik had ondertussen besloten om zo snel mogelijk naar beneden te gaan en daar wel te zien waar ik was uitgekomen. De oorspronkelijke GPS-track was ik in ieder geval allang kwijt. Bij ieder gebouw, van veestal tot schuilhut hield ik minutieus bij waar ze stonden. Het werd immers al wat schemerig.

Na ongeveer een uur dalen bleek mijn pad opeens weer samen te vallen met de GPS-track richting Aosta. En beter nog, één en ander zag er te overzien uit. Als een speer heb ik gelopen tot ik uit de bergen door het bos uitzicht had op Aosta. Nog zeker 8 kilometer slingerend naar beneden waar ik op een bepaald punt wat hoogtelijnen moest doorkruisen om op lager plateaus te komen. Het zag er voorspoedig uit hoewel het al wel gauw donkerder werd. Toen het hotel belde waar ik bleef, was ik nog positief. Ja, ik hoop er met een uur te zijn, en ben er zeker voor 22.30 uur.

Het doorkruisen van de hoogtelijnen bleek helaas minder soepel te gaan dan verwacht. Ondertussen waren de lichten in Aosta al gaan branden en moest ik toegeven dat wandelen niet meer ging. Je moet gewoon het pad ver vooruit een beetje kunnen volgen om deze te plotten op je track.

Het volgende hoogteplateau bleek er één te zijn met grote keien en heide. Ik daalde af tussen twee rotsblokken (waar volgens mij een pad liep) en floeps, als Indiana Jones, gleed ik een meter of 4 naar beneden. Niets gebroken, dit soort glijbaantjes zijn vaak redelijk te behappen. In het licht van maan en de gloed van Aosta, kon ik wel zien dat verder zo naar beneden gaan, krankzinnig was. En het glijbaantje weer omhoog klauteren, onmogelijk.

Ik had net een plekje gevonden op een kei toen het hotel nogmaals belde. Waar ik bleef. Ik vertelde dat dat nog wel even zou duren. Dat ze wellicht iets van hulp konden sturen. Zij gaven aan dat ik daarvoor bij de politie moest zijn. Ik zei ok, en zag dat mijn telefoon aan het einde van de batterijduur zat.

Tijd om wat zaken op een rijtje te zetten.

De opties:

  • Tegen beter weten in, met nauwelijks zicht in dit terrein verder dalen;
  • Proberen weer omhoog via de gleuf naar boven (maar wat dan);
  • Hier overnachten. Ik had al goed afgeschutte plek tegen een rotswand gevonden.
  • Hulp inroepen, maar dan snel want de batterij was bijna leeg.

Omdat optie 1 & 2 het minst verstandig leken, ging het om optie 3 en 4. Ik heb uiteindelijk besloten hulp in te roepen. Een heel interessant proces. Niet alleen de taalbarrière moest worden beslecht. Ook duurde het 3 instanties voordat ik echt verder werd geholpen. Gelukkig had ik ondertussen mijn volgeladen laptop ingezet om mijn telefoon bij te voeden.

Overigens was ik er nog niet zo zeker van dat het toch zou uitdraaien op overnachten. De Italiaanse telefonische counterpart wist niet hoe hij mijn mondiaal genoteerde coördinaten moest interpreteren. Bovendien hield ik terdege rekening met de Italië-factor. Ik begon zo goed en zo kwaad als mogelijk om iets van een kampje in te richten, waar gelukkig precies één plek geschikt was om te liggen.

Na ongeveer een uur kwamen de hulptroepen uit zichzelf in de lucht. Of ik nog een keer mijn locatie wilde opsturen. Ditmaal via WhatsApp. Blijkbaar komen ze niet direct in actie bij het eerste de beste telefoontje. Snap ik ook wel weer. Niet veel later kreeg ik te horen dat ze onderweg waren en dat ze er bijna waren. Ze wilden graag weten of mijn locatie beter van boven of van onderen kon worden benaderd. Boven dus. Weer een half uur later nam het WhatsApp verkeer toe. Ik hoorde op een gegeven moment met flink geritsel een beest op het plateau onder mij langsgaan. De reddingshond. Helaas hij heeft mij nooit gevonden. Gelukkig zag ik wel lichten en hoorde ik stemmen. Vanuit meerdere kanten leken meerdere groepjes mij te benaderen. Op verzoek (leve WhatsApp) maakte ik lawaai en was contact gelegd. Dat was één ding. Ook voor de geoefende Italianen bleek het geen makkelijk terrein en konden zij mij niet direct benaderen. Maar niet veel later waren de eerste drie brandweerlieden aangekomen in mijn basiskampje. Niet lang daarna gevolgd door 2 anderen (vanaf de andere kant) met de reddingshond.

Vervolgens heeft het nog een half uur geduurd om de auto te bereiken. Ik was even blij geen tas te hoeven tillen. De weg naar Aosta was met de auto vervolgens nog ruim een half uur.

Al met al een bijzonder einde van deze trip. Ik had natuurlijk kunnen kiezen voor de overnachting maar dan had ik nu waarschijnlijk niet op luchthaven Milaan dit stukje zitten schrijven. Prettig om te weten dat ik in dit soort situaties vrij kalm blijk te blijven. Bijzonder om te merken dat je lijf, ondanks slaap- en voedselgebrek met een work-out van 14,5 uur flink doorlopen in opperste staat van paraatheid blijft. En stom dat ondanks her voorgevoel dat ik al voor vertrek had, dat ik daar dus niets mee heb gedaan. Vooral die laatste blijf ik een bijzondere vinden. Omdat ik dit nooit zo sterk vooraf had gevoeld.

IT0512 Colle del Gran San Bernardo – Aosta
Afstand: 42 km
13-09-2016