Baalt u ook zo, als u thuiskomt van vakantie en bij het uitpakken van de koffers blijkt dat bepaalde spullen de halve wereld over zijn gedragen zonder dat ze gebruikt zijn? Normaal ben ik een ultra-licht vakantievierder. Echt het meest noodzakelijke mag mee en dan bedoel ik eigenlijk nog minder dan het meest noodzakelijke.

Ik wijt het maar aan de iets minder goede voorbereiding dat het dit keer anders uitpakte. Op de avond voor vertrek had ik alle mogelijk handige spullen op een berg in de woonkamer uitgestald. Na een eerste schifting besloot ik (stom!) dat ik in plaats van mijn daypack natuurlijk ook gewoon kon gaan lopen met mijn rugzak. Inpakken ging opeens een stuk makkelijker.

Dat bij mijn laatste vakantie naar Marokko de gesp van mijn heupband was gescheurd was ik vergeten. Dat soort dingen moet je vervangen bij thuiskomst. Niet voor vertrek. Dat ik eigenlijk ook geen regenhoes had voor deze rugzak, loste ik op door gewoon de regenhoes van de daypak mee te nemen. Iets kleiner, maar paste nog redelijk. Nu, bijna aan het einde van deze etappe, bedenk ik me hoeveel kilo ik waarschijnlijk teveel heb meegesjouwd deze dagen. Ik vrees een kilo of zeven (op de ongeveer 15 kilo, inclusief water) en da’s best veel. Temeer omdat de gesp van de heupband nu al een dag of vier is afgebroken. Voor die lezers die nooit met een rugzak op pad zijn geweest, de heupband zorgt ervoor dat het gewicht niet alleen door de schouders hoeft te worden gedragen maar (groten)deels door, jawel, de heupen. De afgelopen vier dagen hebben mijn schouders dan ook flink moeten werken. Ik kom of thuis als Bruce Willis of als Quasimodo. Een tussenweg is er niet.

Als je dan met onpraktische rugzak, veel teveel meesjouwt, ga je gaandeweg bedenken welke spullen je kunt weggooien / achterlaten in hotels maar om onbegrijpelijke redenen doe je dat dan ook weer niet. Vandaag was ik een gelukkig man. Twee van de zaken die ik nodeloos had meegesjouwd kon ik eindelijk gebruiken. De te kleine regenhoes en een poncho (yes, eindelijk!)

De tocht van vandaag bestond uit twee delen. De eerste 13 km redelijk vlak terrein, daarna de heuvels in voor de laatste 24 km. Na ongeveer 8 km begonnen het regenen. Hard genoeg om toch maar de poncho / regenhoes uit de tas te halen.

Nu heeft wandelen in de regen een aantal grote voordelen: je gaat onbewust harder lopen; je pauzeert niet meer; hoeft niet zo vaak (door minder drinkstops) een boompje op te zoeken en je wordt creatiever in je route.
Toen ik de eerste 13 km erop had zitten, besloot ik de heuvels, de heuvels te laten en koos ervoor om langs een provinciale weg naar Pont-à-Mousson te lopen. Het gaf mij een beetje een troosteloos gevoel. Af en toe een langs snellende auto, zelf in grote stappen door de regen, op naar het volgende ijkpunt. Ik geloof niet dat ik vaker zo snel op het eindpunt was aangekomen.
Aangekomen bij het hotel, bleek deze pas rond 16.00 uur open te gaan. Op zich niet vreemd. 2e pinksterdag wordt hier blijkbaar grootst gevierd, dus er bleek helemaal niets open te zijn. Helemaal niets? Nou vooruit, 4 straten verder lopen was een klein paardenren-gokkantoortje open. Gewapend met een krant (met eerdere uitslagen) en een heel erg goed gevulde portefeuille, zorgden de aanwezigen daar voor een goede omzet. Ikzelf heb er dankbaar genoten van een paar glazen cola, tot ik het hotel in kon.

Dat 2e pinksteravond net zo feestelijk moet worden gevierd als de dag zelf bleek toen ik op zoek ging naar een restaurant. Na twintig minuten lopen kwam ik bij het enige restaurant dat open was. Heerlijk goed gevuld en absoluut niet opgewassen tegen de stroom van mensen die allemaal tot dezelfde conclusie waren gekomen dat dit het enige open restaurant was. Het leek één grote reünie van hotelgasten van de verschillende omliggende hotels.

Met plezier heb ik mogen aanschouwen hoe met Fawlty Towers-achtige behendigheid alle gasten zo goed en zo kwaad als mogelijk werden geholpen. Ik geloof niet dat ik vaker zo langzaam bij het dessert was aangekomen.

FR0312 Metz – Pont-à-Mousson
Afstand: 37 km
25-05-2015