If you want blood, you’ve got it

De jaren ’70 hebben veel goede muziek voortgebracht. De jaren ’60, ’80. ’90 natuurlijk ook en zelfs in de laatste decennia hebben heel fijne muziekjes het licht gezien. Toch begin ik mijn stukje over muziek uit de jaren ’70 en wel onder de titel van een legendarisch live-album van AC/DC. In die tijd waren live-albums nog niet een soort poging om live precies zo te klinken als op de voorgaande studioplaten maar waren het veelal ‘best of’-achtige afsluitingen van een periode als presentje aan de fans. Wil je ooit je back-catalog van rock-albums aanvullen, begin gewoon met het blind aanschaffen van al die live albums! Bovenstaande album van AC/DC leek mij in ieder geval een mooie om als inleiding te dienen voor dit stukje.

Vandaag beloofde een zware dag te worden. Het weerbericht had nog steeds temperaturen tussen de 30 en 35 graden aangekondigd en de route zou voornamelijk door het platte land gaan. Weinig beschutting. Just me, the sun and verder niets. Bovendien zou het weer een iets langere etappe worden van weer bijna 30 kilometer. In temperaturen van 30 graden-plus. Genoeg redenen om mijn tropenrooster van gisteren weer in de herhaling te gooien.

Om 7 uur zat ik aan de ontbijttafel en ver voor 8 uur was ik op pad. De route zelf was weinig bijzonder. Van achterlijk dorp naar weiland naar soms een stukje bos naar weer het volgende achterlijke dorp. Ja, ik noem het achterlijke dorpen.

Rond het middaguur, ik had al bijna een uur niets anders gezien dan tarwevelden, mais en kool, werd ik aangenaam verrast door een dichttrekkende hemel en een heerlijke zomerbui. Geen moment eraan gedacht om ook maar enige bescherming tegen de regen te zoeken. In één woord heerlijk! Dat ik net een stuk bos tegenkwam was voor mij dan ook niet nodig. Niet nu.

Vooral omdat ik bij het betreden van het bos te maken kreeg met een nieuw fenomeen: blood sucking creatures from hell !
Als weerwolven ontwakend bij volle maan, zo leken de beestjes in hun schuilplaatsen te hebben gezeten tot een eerste regenbui om te ontwaken bij de eerste versnapering die in hun nabijheid zou komen. En dat was ik.
Wat begon met een 30-tal zoemende creatures from hell, werden er per meter die ik dieper het bos in ging meer.

Aanvankelijk dacht ik nog dat mijn pet rondzwaaien voldoende zou zijn om de beesten op afstand te houden. Maar de creatures from hell leken zich te groeperen. Terwijl 1 squadron rond mijn hoofd bleef zwermen, deden andere squadrons gerichte aanvallen op benen, nek en armen. Als stuka’s lieten ze zich naar beneden vallen naar ieder stuk vlees. Ja, ik heb lekker bloed.

Verdedigen was er niet bij. Sloeg ik op mijn linker bovenbeen, had ik minstens 3 dode suckers en een bloedvlek op de benen. Maar tegelijk voelde ik de bloodsuckers zich tegoed doen aan de rest van mij. Probeer zo maar eens 3 km te overbruggen. Sneller lopen hielp niet. Ik liep regelrecht het territorium in van al hun vriendjes van 10 meter verder. In hoeveel minuten kan een school hongerige piranha’s een koe verslinden, in twee minuten. Hoeveel minuten heeft een roedel jakhalzen nodig om een buffel tot op het bot te verslinden, nog geen vier. Deze gedachten gingen door mij heen terwijl zoveel mogelijk suckers probeerde te vermoorden. Echter, dood door insect dreigde. Ik wenste dat ik een octopus was om zo op meer plaatsen dood en verderf te kunnen zaaien. Helaas, zij wonnen. (goed ik heb het overleefd maar terwijl ik dit tik lijken mijn benen op een maanlandschap vol kraters. Iets wat ik sinds de strand-bbq op Aruba niet meer heb meegemaakt).

De rest van de toch voltrok zich voorspoedig. Toen ik het bos bij Hinsbeck uitliep, liep ik zo een gezellige bierkarten in. Het bleek tegelijk een hotel te hebben. Met de bijna standaardafsluiting van een halve liter cola en een halve liter water (in die volgorde), kon het avondprogramma beginnen.

DE0205 Rheurdt/Vluyn – Hinsbeck
Afstand: 28 km
23-07-2013